Het connectortype kan worden gebruikt om onderscheid te maken tussen onze producten voor installatie in een apparaatbehuizing en kabeldelen. Het connectortype beschrijft het verschil tussen connectoren die op behuizingen worden gemonteerd en connectoren die op kabels worden gemonteerd.
Een connector bestaat uit een mannelijk deel (pin) en een vrouwelijk deel (bus). Afhankelijk van het ontwerp is het mannelijke of vrouwelijke deel permanent geïnstalleerd of bevindt het zich aan het uiteinde van een kabel.
De beschermingsgraden volgens IEC60529 zijn van toepassing op verschillende artikelen en geven informatie over de bescherming tegen het binnendringen van water en vaste stoffen zoals stof.
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) betekent dat een connector afgeschermd of afschermbaar is. Dit is vereist als het nodig is om de signalen of gegevens die door de connector worden geleid, maar ook om externe apparaten te beschermen tegen storingen door elektromagnetische effecten.
Afhankelijk van het toepassingsgebied of de vereisten, worden connectoren gemaakt van verschillende materialen. Als materiaal voor de behuizing van onze artikelen bieden we metalen en kunststof behuizingen aan.
De M16-connectoren van de serie 581, 680 en 682 volgens DIN EN 61076-2-106 zijn verkrijgbaar met 2 tot 24 contacten met krimp-, dompelsoldeer, schroefklem, soldeer en draadaansluiting. De connectoren zijn verkrijgbaar als rechte en haakse kabeluitvoering en als flensversie. Veel versies zijn afschermbaar. Afhankelijk van het aantal zijn de contacten ontworpen voor een nominale stroom van 1 A tot 7 A.
99 2010 92 04
M16 Kabeldoos, aantal polen: 4 (04-a), 6,0-8,0 mm, schermbaar, soldeer, IP40